Vol op aanval? Liever niet verliezen
Het voetbal zou aantrekkelijker worden. Minder gelijke spelen, meer doelpunten. Maar twintig jaar na de wijziging van het puntensysteem (drie punten in plaats van twee voor een zege) blijkt het effect te twee voor een zege) blijkt het verwaarlozen.
Dat wijst een Duitse studie van meer dan 100.000 wedstrijden uit. „Niet verliezen is belangrijker dan winnen.”
Soms zijn er zaken in het leven die je zonder morren voor logisch aanneemt, zonder te twijfelen aan het nut ervan. Zeker in het voetbal, waarin het ingewikkelde bestaan wordt gereduceerd tot een veld van 110 bij 70 meter, met afspraken waaraan niet te tornen valt.
Buitenspel is buitenspel, de penaltystip ligt op elf meter van het doel, een wedstrijd duurt twee keer 45 minuten. En de ploeg die wint krijgt drie punten op de ranglijst erbij.
Maar is alles zo logisch? De buitenspelregel is al meer dan 150 jaar oud en oogst vooral eindeloze en verhitte discussies. Afschaffing zou voor een opwindende vooruitgang in het voetbal kunnen zorgen, zo betoogt Marco van Basten deze week in Voetbal International.
En waarom houden we eigenlijk vast aan die drie punten? Een regel die in 1995 werd ingevoerd en een ingrijpend effect zou hebben, zo hoopten de voetbalbazen. Geen twee punten, maar drie punten voor een overwinning: dat zou ongetwijfeld het aantal saaie remises doen afnemen en spectaculair aanvalsspel bevorderen. De beloning aan het eind van de rit was immers aantrekkelijker. Maar het tegendeel is waar, zo blijkt uit de koele cijfers.
Effect
Het effect is in de afgelopen twintig jaar vrijwel te verwaarlozen geweest, zo wijst een studie van de universiteit van de Duitse stad Münster uit. In de publicatie, die de prikkelende titel 'Waarom de driepuntenregel in het voetbal is mislukt' mee kreeg, maken drie onderzoekers gehakt van de regel.
„We kwamen erachter dat het aantal gelijke spelen slechts marginaal minder is geworden na het invoeren van de FIFA-regel”, zegt Dennis Riedl, een van de drie auteurs. De driepuntenregel zorgde slechts voor een reductie van minder dan drie procent. „Dus waar voor 1995 van de honderd wedstrijden er zo'n 25 in een gelijkspel eindigden, waren er dat na invoering van de regel 22 op honderd duels. Dat vonden we verrassend, want we hadden verwacht dat het verschil veel groter zou zijn”, aldus Riedl.
Wedstrijden
De Duitse wetenschappers gingen bepaald niet over één nacht ijs. Ze onderzochten een astronomisch aantal wedstrijden, ruim 118.000. Van competities in 24 landen werden een groot aantal seizoenen onder de loep genomen, zowel voor als na de invoering van de driepuntenregel. De eredivisie scoort in het onderzoek gemiddeld (zie grafiek). Het aantal gelijke spelen daalde na 1995 met iets meer dan drie procent.
Invoering
De grote vraag is waarom de invoering van drie punten voor een overwinning niet het verwachte effect heeft. Riedl: „Dat heeft vooral te maken met de angst bij teams om te verliezen. De wetenschappelijke term daarvoor is verliesvermijding Niet verliezen is in sport vaak belangrijker dan winnen.”
Ook Sef Vergoossen, die trainer was in zowel het tijdperk van twee als dat van drie punten, beaamt die klassieke reflex. De voormalige coach van onder meer Roda, VVV, MVV, PSV en Genk verwachtte in 1995 een kleine revolutie op het veld, maar zag al snel dat er amper iets veranderde. „Ik dacht echt dat die maatregel effect zou hebben, dat de aanvallende gedachte aan kracht zou winnen. Maar dat gevoel ging gauw weg. Het opmerkelijke is dat trainers in hun commentaar nog steeds laten doorschemeren dat ze niet blij zijn met een gelijkspel. ‘We schieten hier weinig mee op', hoor je dan voor de camera's. Maar in de praktijk zie je toch dat veel coaches veilig kiezen voor dat ene punt.”
Opwindend
Het voetbal is dus, puur op de statistieken afgaand, sinds 1995 niet veel spectaculairder of opwindender geworden. De onderzoekers van de universiteit van Münster noemen in hun studie twee opvallende maatregelen die in hun ogen wél zouden kunnen leiden tot een drastische vermindering van het aantal remises. Dennis Riedl: „Bulgarije heeft halverwege de jaren '80 een interessant experiment gedaan, waarin de clubs die 0-0 speelden geen punten kregen. Pas vanaf 1-1 was er een punt te verdienen.We hebben daarin twee dingen ontdekt: er werd veel meer gescoord in de Bulgaarse competitie en meer duels eindigden in een nipte overwinning. Onze aanbeveling is dan ook om hier verder onderzoek naar te doen.”
Vier punten
De tweede ingrijpende maatregel zou het toekennen zijn van liefst vier punten per overwinning. „We vermoeden dat teams dan verlost worden van die ‘angst om te verliezen' en meer risico's durven te nemen. We hebben namelijk data uit economische studies verzameld waaruit blijkt dat mensen bij grote verschillen tussen winst en verlies tot meer risico's bereid zijn. Deze menselijke eigenschap zou volgens ons ook aanwezig kunnen zijn in het voetbal. Maar ik moet erbij zeggen: dit is theoretisch en nog nooit in de praktijk getest.”
Sef Vergoossen zou zo'n experiment wel eens willen zien. Hij wijst op andere sporten, waar nieuwe puntenregels voor meer spanning en dynamiek hebben gezorgd. „Kijk naar het volleybal. Dat is heeft na de komst van het rallypointsysteem veel meer tempo gekregen. Voetbal is een heel conservatieve sport, veranderingen zijn veel moeilijker door te voeren. Maar het is interessant genoeg om erover na te denken.”
Groeten oet ; Hamburg . duitsland