Artikel over trainers van MVV een Fortuna :
BRON: DDL
Na loutering is het tijd voor de oogst
door Ivo Op den Camp en Roel Wiche foto Ermindo Armino
ARCHITECTEN Trainers René Trost (MVV) en Wil Boessen (Fortuna Sittard) kennen beide kanten van de medaille in voetballerij
Koploper en runner-up: na vele magere jaren heersen MVV en Fortuna Sittard in de eerste divisie. De architecten van het succes, René Trost (47) en Wil Boessen (48), willen bewijzen dat de opleving geen toevalstreffer is. Een tweegesprek met beide trainers, over gedrevenheid en de loutering van tegenslag.
De rivaliteit tussen MVV en Fortuna is groot, maar de trainers bellen elkaar zowat elke week. Jullie hebben weinig geheimen meer voor elkaar.
Wil Boessen: „We kennen elkaar al heel lang, vanaf het begin van onze carrières hebben we tegen elkaar gevoetbald. René met Roda, ik met Fortuna. We hebben ooit één wedstrijd samen gespeeld, halverwege de jaren tachtig. Jong Oranje - Jong Cyprus in Leeuwarden, 5-1 geloof ik.”
René Trost (grijns): „Het was 5-0. Die 5-1 kan natuurlijk niet. Jij stond rechtsback, ik linksback, daar kwam echt niemand langs.”
Hoe oordeelt Wil Boessen over de trainer René Trost?
Boessen: „Vol respect. René is geen coach die voortdurend langs de lijn loopt te bulderen, een vrije rustige persoonlijkheid. Hij communiceert heel goed met zijn spelers, dat is duidelijk in het veld terug te zien. Hij kent de stress van de strijd tegen degradatie, dat heeft hij bij Lierse SK meegemaakt. Dat is een brok ervaring. Net zoals ik hetzelfde bij VVV heb beleefd.”
Hoe kijkt René Trost naar Wil Boessen?
Trost: „Wat je nu hebt opgeschreven, maak daar maar een kopie van. Wat ik vooral van Wil heel goed vind: hij heeft een bepaald idee en daar blijft hij achter staan. Ik kan me voorstellen dat je dan ook wel eens pech kunt hebben, maar dat neemt hij voor lief. Daar hou ik wel van. Toen hij twee jaar geleden bij VVV het roer midden in het seizoen overnam, was dat gedurfd. Gaat het mis, dan heb je een flinke deuk in je carrière. We zijn geen Van Bastens, we kunnen geen drie fouten maken. We moeten er ook veel harder voor werken om uiteindelijk ons doel te bereiken. Maar dat is dan ook weer het mooie: daar gaan we allebei voor.”
Jullie proeven nu het zoet van het succes. MVV is koploper, Fortuna is nummer twee. Maar jullie hebben
allebei ook de andere kant van de medaille gezien.
Boessen: „Wat ik nu in Sittard doe, komt uit mijn tenen. Ik heb zeven jaar moeten wachten totdat ik hoofdtrainer kon worden. Ik ben heel vaak teleurgesteld omdat dingen niet door zijn gegaan. Ik hield VVV als interim-trainer in de eredivisie, maar vervolgens koos de club toch voor Glen De Boeck als coach. Die zette me letterlijk in de hoek. Zei bij een oefenwedstrijd: ‘Ik doe de coaching, ga jij op veld vijf met die twee geblesseerden trainen’.” Trost: „In 2004 ben ik voor het eerst vertrokken bij Roda, na 22 jaar. Voor de neus van de directeur heb ik een contract voor het leven verscheurd. Ik was assistent-coach, maar ik kon me niet meer vinden in de visie van de club. Ik was vier maanden werkloos, moest één keer per week verplicht solliciteren. Op een gegeven moment heb ik zelfs brieven naar Ajax en PSV geschreven. Heb ik nog een tijdje voor Fortuna analyses gemaakt. Ik had zo’n oude Ford Mondeo, die zoop benzine. Reed ik heel langzaam, zo zuinig mogelijk.”
Boessen: „Zo’n tijd maakt iedere trainer ooit mee. Ik heb doorgezet, ben mezelf blijven ontwikkelen. Kennis, videoanalyse, psychologie. Die hele bagage komt me nu van pas. Daarom zeg ik nu ook tegen spelers: je moet weten hoe je met tegenslag omgaat. Ga ik een jaar in mijn hok liggen of sta ik meteen op en ga ik er iets mee doen?”
Trost: „Maar er is wel een grens. Toen ik twee jaar geleden bij MVV aan de slag ging, heb ik gezegd: ik geef mezelf tijd tot de kerst. Lukt het niet, dan stap ik definitief uit het voetbal. Dan was ik een hotelletje begonnen. Ik heb als speler altijd het imago van waterdrager gehad, nu deel ik zelf de lakens uit. Water dragen is leuk, maar ik wil nu ook eens oogsten. Dat is míjn motivatie, daar knok ik voor.”
Zowel MVV als Fortuna kiest voor een boegbeeld, de trainer dus, uit de streek. Is dat mede bepalend voor het huidige succes?
Boessen: „Ik heb MVV-voorzitter Paul Rinkens wel eens gesproken en die zei duidelijk: we kunnen vier, vijf wedstrijden verliezen, maar we blijven achter ons beleid staan. Dat is voor een coach natuurlijk heel prettig. Ik heb bij VVV wat anders meegemaakt, daar heerste de waan van de dag. We eindigden twaalfde in de eredivisie en het volgende seizoen moesten we tiende worden, terwijl we qua begroting stijf onderaan stonden. Dan zijn de verwachtingen wel erg scheef. Fortuna moet ook de mensen in de regio weer naar het stadion trekken. Kevin Hofland zit nu in de clubleiding, ik hoop dat ook Mark van Bommel straks aansluit. Dat zijn de ankers van de club, daarmee straal je weer wat uit. Fortuna is van Zitterd, niet van ene Nacer Abdellah.”
In het verleden werd in Maastricht en Sittard soms gesmeten met geld. Nu is MVV het braafste jongetje van de klas en probeert Fortuna met man en macht een hachelijke financiële situatie af te wenden. En toch is sportieve bloei mogelijk. Hoe kan dat?
Trost: „In de eredivisie ligt het misschien wat anders, maar het is toch te gek voor woorden als clubs in de eerste divisie een heel leger buitenlanders zouden halen? Het kan ook op een andere manier.”
Boessen: „Als je weinig geld hebt, blijf je dichter bij de kern. Met miljoenen op de bank rijd je geen Opel maar Mercedes, ga je niet naar Van der Valk maar naar Bilderberg, vlieg je voor een trainingskamp niet naar Turkije maar naar Zuid-Afrika. Het is alleen de verpakking die mooier wordt. Maar daarmee kun je geen winst maken. Als je al die dingen weg roomt, blijven de essentiële zaken over.”
De clubs in Limburg lijken op communicerende vaten. Als de een omhoog gaat, gaat de ander omlaag. Topvoetbal lijkt een illusie. Is FC Limburg een gemiste kans?
Boessen: „Je hebt nu een bepaald beleid van de clubs. Wij voetballen voor de regio Sittard, MVV voor Maastricht, Roda voor Kerkrade. Dat kun je niet in één keer omgooien. Je kunt niet van zwart naar wit. Maar als hoofdtrainers hebben we wel een belangrijke taak om het voetbal in deze provincie naar een hoger plan te tillen. Als we nu eens beginnen met het samenbundelen van alle talenten tot 12 jaar. Goede jeugdtrainers aanstellen, de politiek erachter krijgen. Geleidelijk, na drie jaar, kun je de C-jeugd erbij betrekken, na vijf jaar de hele opleiding. En laat de boegbeelden, de eerste elftallen, met rust. Het gaat vooral om de talentontwikkeling. Als ik onze D1 met 10-0 zie verliezen van Willem II/RKC, dan denk ik: waar zijn we in godsnaam mee bezig?”
Trost: „Ik vond het idee van de gesneuvelde DSM Voetbalacademie geweldig. Bryan Smeets, Guus Hupperts, Danny Hoesen: de grootste talenten van MVV, Roda en Fortuna in één elftal, daar werd iedereen beter van. Een club als MVV heeft geen A-jeugd met vijftien supertalenten. Twee, drie jongens in wie muziek zit. En de rest zal, met alle respect, nooit het betaalde voetbal halen. Dus er worden honderdduizenden euro’s door de toiletpot gespoeld.”
De Zuid-Limburgse clubs kregen de kans om samen een regionale jeugdopleiding te vormen. Maar ze torpedeerden elke samenwerking. Accepteren jullie dat?
Boessen: „Ik vind zoiets een kwalijke zaak. Het draait meer om een bepaalde machtspositie vanuit de clubs dan om het talent. Uiteindelijk gaat zo heel veel verloren. Het is aan ons om mensen ervan te overtuigen dat het anders moet. We kunnen met het eerste elftal tien keer winnen, maar als de club er ook niet iets aan doet, komt dat stadion niet vol.”
Trost: „Binnen MVV moet nog veel gebeuren, ook binnen de eigen opleiding. Vorige week heb ik een training gegeven bij de D1 van amateurclub Standaard, daar zag ik zomaar vijf hele leuke spelertjes. Maastricht heeft 120.000 inwoners, lang niet alle talentjes spelen bij MVV. We moeten veel beter scouten. Nu lopen er jongetjes uit Luik in onze opleiding. Waarom? Ik durf te beweren dat er bij clubs als Standaard jongetjes rondlopen die net zo goed zijn. Die met de fiets naar Klein Geusselt kunnen komen en veel meer binding met MVV hebben.”
Succes opent deuren. Reiken jullie ambities verder dan Fortuna en MVV?
Boessen: „Voor de korte termijn hoop ik dat Fortuna financieel gezond wordt en dat het sportief goed blijft gaan. Dat de club weer een betekenis in de regio krijgt. Dat er vijf jochies een Fortuna-shirt dragen als wij een clinic geven, en niet vijf een PSV-shirt. We moeten Fortuna op de kaart zetten.” Lachend: „En wat de lange termijn betreft: ach, misschien haal ik de kerst niet eens. Ik ben al heel blij met deze kans als trainer.” Trost: „Ik vind dat je altijd het hoogste moet nastreven. Maar ik kan wel een hoop ambities hebben, ik moet gewoon bij MVV goed presteren. Dan komt de rest vanzelf. Ik geloof dat alles in het leven ergens goed voor is, ook al gaat het eens wat minder. Het is goed dat ik een keer bij Roda ben weggegaan, want daardoor ben ik trainer van MVV geworden. En als er straks iets op mijn pad komt, dan volg ik gewoon mijn gevoel.”