Thomas Verheydt (24) is een opvallende verschijning. Dat was hij als supporter van ADO Den Haag en dat is hij als spits van MVV Maastricht. Van Midden-Noord naar De Geusselt.
Nadat FC Volendam vorig seizoen in de play-offs was gesneuveld tegen MVV Maastricht, analyseerde Kees Kwakman op geheel eigen wijze haarfijn de nederlaag. ‘Zij hebben met dat broertje van Tommie Beugelsdijk in de spits wel een wapen’, merkte de Volendamse routinier op. Dat broertje is Thomas Verheydt. De vergelijking tussen de stoere Haagse voorstopper en de MVV-spits is wel begrijpelijk. Zelfde uitstraling, zelfde tongval, zelfde gulle lach. ‘Ze noemen me in Maastricht ook Tommie’, verklapt hij. Het vervult hem eerder van trots dan dat hij zich eraan ergert.
Verheydt is een cultspeler. Een Hagenees in Maastricht. Vroeger juichend en tierend op Midden-Noord, nu in De Geusselt. Een welbespraakte randstedeling in het doorgaans timide Limburg. ‘Ik ben de Hagenees, ik breng een andere mentaliteit mee. Ben wat directer. Dan kijken ze je soms aan. Maar ik heb me wel aangepast. Die alles-is-goed-instelling spreekt me wel aan. Toch ga ik als het even kan terug naar mijn familie en vrienden. Maastricht is leuk hoor, maar als je hier winkelt met je vriendin vliegen de euro’s je portemonnee uit.’
Rustig door de stad lopen is er voor Verheydt sowieso niet bij. Verheydt is ook niet te missen. Of hij nu in het veld loopt of door de stad struint, zijn voorkomen valt op. Groot, getraind lijf, tatoeages en een noeste kop. Diep van binnen is hij nog die jongen die op Midden-Noord de spelers van ADO Den Haag uitschold en aanmoedigde, maar het groene-gele schoffie is nu prof bij MVV. ‘Een slapende reus. Het stadion, de stad; alles is Eredivisie. Het is echt wachten totdat het een keer lukt.’
Verheydt was jeugdspeler bij Feyenoord en ADO Den Haag en topamateur bij IJsselmeervogels voordat hij in Maastricht belandde. Zijn ouders reden hem heen en weer naar Varkenoord, maar de kleine Thomas redde het niet. ‘Tot de D’tjes ben ik gekomen, toen moest ik weg. Ze kozen in mijn leeftijdscategorie voor een Irakees jongetje. Die was beter, dat zag ik ook wel. Drie jaar later is die jongen het land uitgezet omdat er met zijn leeftijd was gesjoemeld in zijn paspoort. Logisch dat-ie toen beter was, hij was gewoon fysiek sterker en ouder.’ ADO was een logische vervolgstap. ‘Hier nam mijn vader mij van jongs af aan mee naartoe, dan wil je natuurlijk ook de clubkleuren dragen.’
Als de supporterstijd van Thomas Verheydt in Het Zuiderpark ter sprake komt, is een voorzichtige glimlach waarneembaar bij de spits. In gedachten passeren zaken die hij misschien beter niet kan vertellen. De herinnering aan die tijd zijn legio. ‘ik stond op Midden-Noord. Als kleine jongen al. Uit en thuis was ik erbij. In Het Zuiderpark was het echt top. Haags schelden, de ploeg aansporen en elkaar gek maken. Daar wilde ik bij horen, tegen die gasten keek ik op. Als je ertussen staat, ga je erin mee. En jezelf wijsmaken dat je ooit aan de andere kant staat, hè, dat je ze vanaf het veld kan groeten en gelukkig kan maken. Ik heb genoeg dingen meegemaakt en gezien, maar op een gegeven moment begin je steeds meer aan je voetbalcarrière te denken en dan houdt dat op. Jongens met wie ik toen elke week was, staat er nu nog steeds. Dat is mooi om te zien.’
Monster
Als speler had Verheydt de droom het eerste van ADO Den Haag te halen. ‘Toen ik er speelde, zat Dmitry Bulykin daar ook. Een monster vond ik dat. Groot, sterk, een voorbeeld. Als wij zaten te eten, kwam hij binnen. Je hoorde hem aankomen omdat-ie altijd van die hakjes aan had. Iedereen hield zijn mond dicht als Bulykin binnenkwam. Dat dwong hij af.’
Onder trainer Maurice Steijn speelde Verheydt in het tweede. ‘Ze wilden me behouden, maar zeiden ook dat het moeilijk zou worden om echt door te breken. Toen vond ik dat ik voor mezelf moest kiezen. Van ADO Den Haag vertrok ik naar Jodan Boys, toen spelend in de Topklasse. Daarna ging ik naar IJsselmeervogels, waar ik twee goede jaren heb gehad. Mijn zaakwaarnemer Danny Ris adviseerde me een tussenstap te maken voordat ik naar het betaalde voetbal zou gaan. Voor mij was dit perfect. IJsselmeervogels is een topamateurclub. Financieel was het prima, en een goed elftal waarmee we om de prijzen konden spelen. In het bekertoernooi wonnen we van Helmond Sport door een goal van mij in de blessuretijd en in de volgende ronde maakte ik er twee toen we FC Emmen versloegen. In de ronde daarna speelden we thuis tegen Ajax, dat toch echt even een maatje te groot was. In die tijd ben ik op stage gegaan bij Burton Albion. Ze zagen een potentiële aanwinst in me, maar ze hadden eigenlijk de selectie al rond. Het was net het juiste moment niet voor mij. Financieel was het goed natuurlijk, maar mijn vriendin was net afgestudeerd en ik twijfelde. Achteraf jammer, want ze spelen nu in het Championship. Vorig jaar belde mijn zaakwaarnemer dat MVV interesse had. Dit was de stap die ik moest maken.’
Schilderen
‘Toen ik bij De Vogels ben gaan spelen, heb ik met mijn schoonvader een schildersbedrijfje opgezet. Lekker trainen, lekker schilderen. Als ik twee leuke klussen had in een maand zat ik goed. En ondertussen blijven trainen en hopen op die kans in het profvoetbal. Ik kreeg wel commentaar uit de Haagse regio dat ik in Spakenburg in een Ajax-shirt rondliep. Bij IJsselmeervogels zingen ze ook nog eens Ajax-liedjes. Ik heb helemaal niks met Ajax, maar het shirt stond me eigenlijk wel.’
Dat echte Ajax-shirt zal-ie echter nooit dragen. ‘Ik heb het nooit van mijn techniek moeten hebben’, klinkt het vol zelfkennis. ‘Ik ben niet zo’n lenig mannetje. Ik weet wat ik wel en niet moet doen. Oorlog maken, strijd leveren en hard werken, daar moet ik het van hebben. Ik heb niet voor niets bij Feyenoord en ADO gespeeld. Ik zal nooit een speler worden voor de Premier League. Ook niet voor het Championship misschien, maar ik wil wel het maximale eruit halen. Ik heb mijn fysiek en uitstraling mee, ja.’
Haagse bluf en dus is het een poging waard hem te ontlokken dat hij ooit voor ADO Den Haag wil spelen. ‘Opvolger van Mike Havenaar? Dat is echt een goede spits, hoor, daar kan ik nog niet aan tippen. Die strafschop van hem (tegen Heracles Almelo, red.) was bizar. Hij wilde dat zijn actie de hele wereld overging. Nou dat is gelukt, maar zo had-ie het niet bedoeld. Misschien is een rol als pinchhitter meer wat voor mij. Natuurlijk wil ik graag voor ADO spelen, maar dan moet ik het zelf verdienen. Niet omdat ik zo’n aardige jongen ben.’
Ooievaar
De liefde voor de Hofstadclub zit diep. ‘Mijn vader nam me mee naar Het Zuiderpark, ik ken er nog veel mensen. Thuis had ik zo’n jongenskamer met groen-geel ADO-behang. Bij John van Zweden gehaald. Ik heb ook een ooievaar op mijn rug laten tatoeëren. Ik was vijftien toen ik hem liet zetten. Mocht eigenlijk niet, je moest zestien zijn of anders toestemming van je ouders hebben. Nou, dat was geen probleem. Mijn vader bracht me wel.’
Tijdens de transformatie van supporter naar speler leerde Verheydt fans waarderen. ‘Ik vind het belangrijk een relatie met de supporters te hebben. Bedanken na de wedstrijd, een babbeltje maken na de training of na een wedstrijd. Of in de stad als ze je aanspreken. Op de foto met ze. Die binding heb je nodig. Ik weet hoe het is als supporter, je een week lang opvreten voor een wedstrijd. Dan wil je wat terugzien op het veld. Dat verwacht je gewoon. Ik probeer zelf ook om me bij vorige clubs te laten zien. Bij Scheveningen, IJsselmeervogels en ADO Den Haag vooral.’
In Zuid-Limburg hoopt Verheydt stappen te maken. ‘Ik woon nu in Maastricht met mijn vriendin en er is een kleine Verheydt op komst. Een meisje wordt het. Uitgerekend in de winterstop. Hopelijk kunnen we in Den Haag bevallen.’
Op het veld wil hij meer de spits zijn die hij in zijn amateurtijd was. ‘Als spits moet je doelpunten maken. Ik wil meer zijn dan een kapstok, ik wil er nu ook zelf wel een stuk of vijftien maken. Ik heb het geluk dat ik nu met Erik Meijer train. Hij leert me slimmer en gemener te zijn. Ik kan echt veel van hem leren. Zonde dat Jordy Croux weg is (naar Willem II, red.), hij was belangrijk met zijn voorzetten. Maar dat is het lot van een club als MVV. De beste spelers vertrekken.’
Verheydt hoopt de Maastrichtenaren ook ooit aan een transfersom te helpen. ‘Er zijn altijd wel mogelijkheden geweest. Ook de afgelopen transferperiode nog.’ Vooralsnog kijkt hij Jupiler League-opponenten in de ogen. ‘Ik ben voor verdedigers geen fijne tegenstander, denk ik. Andersom heb ik het ook zwaar tegen sterke gasten. Zo’n Nick Kuipers bij ons, dat zijn altijd flinke duels op de training. Sterk als een beer, gewoon een boom die in je nek staat te kletsen.’
Verheydt denkt met MVV de play-offs te kunnen halen. ‘We staan er goed voor. We hebben punten verspeeld in de slotfase tegen Helmond en VVV, en NAC hebben we helemaal zoek gespeeld. We wonnen met 1-2, dat was een heerlijk avondje NAC.’
Naast presteren met MVV is een transfer afdwingen wel een doel. ‘Op je 26e hoor je op je top te zijn. Als ik eerder was doorgebroken was ik verder geweest. Maar als ik zie hoe veel moeite jonge spelers hebben met de stap naar een eerste elftal dan is deze route voor mij misschien wel goed geweest. MVV heeft zijn nek uitgestoken en ik wil dat waarmaken. Ik had vorig seizoen al toegezegd bij Scheveningen te gaan spelen. Ik voel me niet schuldig, maar het zat me niet lekker. Ik liet Scheveningen in de steek. De keuze voor Scheveningen was wel bewust. Die rit naar IJsselmeervogels was echt een ramp. Ik was helemaal kapot soms. Vroeg op om te schilderen, tussendoor eten, om vijf uur in de auto richting Spakenburg, laat thuis en de andere morgen weer om zes uur op. Gekkenwerk was het. Als prof heb je wat dat betreft een heerlijk leven natuurlijk. Het is hard werken, maar als je weet hoe het is om echt hard te werken, dan piep je wel anders.’ De droom bij ADO te spelen blijft, tégen de club spelen klinkt ook aantrekkelijk. ‘Dan moeten we dit jaar maar promoveren. Of voor de beker tegen ADO loten. Moeten we eerst Volendam verslaan. Ik word gek van dat Volendam, weet je hoe ver dat rijden is? En nu nog op dinsdagavond ook. We wonnen vorig jaar trouwens wel vier keer van ze: twee keer in de competitie en twee keer in de play-offs. En dan scoren tegen ADO. Natuurlijk. Als het er ooit van komt, ga ik niet schijnheilig doen door niet te juichen. Misschien loop ik wel even langs de jongens van Midden-Noord en laat ik mijn ooievaarstattoo zien.’
Thomas Verheydt, een vleugje Den Haag in bourgondisch Maastricht. ‘Ralf Seuntjens maakte er toch 28 vorig seizoen? Als ik 28 keer scoor en ik maak geen stap omhoog, dan kap ik met voetbal. Schrijf dat maar op.’ De lach verraadt grootspraak, maar de ondertoon is serieus. Het knulletje van Midden-Noord is een bewuste prof geworden.
Mèt pèls langs de lijn zoonder chagrijn !